Preventieve Geneeskunde

Voorkomen is beter dan genezen, daarom zijn een jaarlijkse gezondheidscontrole, vaccinaties, ontworming, vlooienpreventie –en bestrijding, voeding,… zeer belangrijk.

Vaccineren gebeurt bij ons niet zoals vroeger waarbij gewoon ingeënt werd tegen alle mogelijke ziekten.

Er wordt individueel gevaccineerd waarbij er een plan wordt opgesteld afhankelijk van jouw levensstijl dat van jouw dier.

VacciCheck is hierbij een handig middel. 

Hetzelfde geldt voor de ontworming!

Door het beantwoorden van onderstaande vragen kan je zelf zien hoe vaak jouw dier per jaar ontwormd moet worden (antwoorden vindt u onderaan de pagina):

  • Mijn hond/kat komt nooit buiten = GROEP A
  • Mijn hond/kat komt buiten, zelfs al is het enkel op een balkon of in een afgesloten tuin = GROEP B
  • Mijn hond/kat komt buiten en jaagt wel eens achter een prooidier (muis, vogel,..) = GROEP C
  • Mijn hond komt buiten en gaat met mij mee op jacht = GROEP D
  • In de directe omgeving van mijn hond/kat is er een persoon die heel jong (orale fase), oud, zwanger of immuundeficiënt (aids, kankertherapie,…) = GROEP E

Vlooien en teken worden talrijker in de omgeving vanaf een temperatuur boven 0°C, waarbij het risico op besmetting stijgt. Tegenwoordig zien we ook in de winter heel vaak dieren met vlooien en durven soms zelfs teken overleven!
Een goede vlooien -en tekenpreventie bestaat uit het kiezen van het ideale product (halsbanden, pipetten, tabletten,…) naargelang de situatie en jouw voorkeur.
Het is van groot belang vermits vlooien niet alleen bloedarmoede kunnen veroorzaken, maar ook ziekten en wormen kunnen overbrengen.

Teken brengen ook allerhande ziekten over waarvan de belangrijkste Lyme.

Advies en hulp hierbij geef geven wij je met alle plezier.

De correcte voeding en het geven van de juiste hoeveelheid kan jouw dier  van vele ongemakken besparen waardoor we het een gezonder en langer leven schenken.

Vanaf de leeftijd van 7 jaar bij de hond (vroeger bij grotere honden) en de kat is het aangewezen om elk half jaar op controle te komen en om jaarlijks een bloedonderzoek te laten uitvoeren zodat problemen vroegtijdig opgespoord en behandeld kunnen worden.

A. 1 – 2 keer per jaar

B. 4 keer per jaar

C. 6 – 8 keer per jaar

D. minstens 8 keer per jaar

C. maandelijks